Zeeland, M.G. Van; Weide, R.Y. Van Der; Groeneveld, M.W.; Scheepens, P.C. and Uffing, A.J.M. (2004) Effecten van biologische grondontsmetting op de onkruiddruk. PPO nr. 520274. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Wageningen, NL.
Full text not available from this repository.
Document available online at: https://library.wur.nl/WebQuery/groenekennis/1719949
Summary in the original language of the document
Binnen het gewasbeschermingprogramma van LNV wordt in het project “Innovatieve onkruidpreventie ten behoeve van de biologische landbouw” aandacht besteed aan het voorkomen van veronkruiding van percelen. Dit gebeurt zoveel mogelijk in interactie met de andere gewasbeschermingsdisciplines en de verschillende onderdelen van 397. Door het verder terugdringen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen wordt gezocht naar andere vormen van bestrijding (denk aan beperking van het chemisch bestrijden van nematoden). Ook zijn voor het bestrijden van bepaalde ziekten plagen zijn geen chemische middelen voor handen (b.v. wratziekte). Als alternatieve bestrijding kan gedacht kan worden aan het toepassen van biologische grondontsmetting, óf het inbrengen van andere organische materialen (middel C of zout) in de grond, óf het toepassen van antagonisten. Deze technieken kunnen mogelijk een remming of een stimulans geven aan de kieming of doding van onkruiden. Binnen PPO-AGV waren verschillende proeven met biologische grondontsmetting en andersoortige bestrijdingsmethoden in 2001 en 20002 aangelegd. Besloten werd om in deze proeven onkruidwaarnemingen te doen, zodat de effecten van de aangebrachte behandelingen op de onkruiddruk en soorten gevolgd konden worden. De onkruiddruk werd in 2003 in zeven proeven waargenomen. Het moment van het toepassen van de biologische grondontsmetting was soms meer dan een seizoen geleden. In een aantal gevallen werd nadien nog een andere behandeling toegepast b.v. zout. Het effect van die toepassing op de onkruiddruk was dan vaak groter dan het effect van de voorafgaande biologische grondontsmetting. Over het algemeen werden geen significante effecten van biologische grondontsmetting of de andersoortige bestrijdingsmethoden die werden gebruikt op de totale onkruiddruk gemeten. Toe- en afname van onkruidsoorten was wisselend in de verschillende proeven. In vier van de zeven proeven werd door de behandelingen een significante afname van het aantal muurplanten gevonden. Dit werd gevonden bij verschillende methoden; gras onderwerken en toedekken met plastic (biologische grondontsmetting), toepassing van zout na biologische grondontsmetting en toepassing van middel C. Er werden geen effecten van het experimentele middel A, van Tagetes of compost gemeten op de totale onkruiddruk (proef 4). In één proef werd de veronkruiding fors vermeerderd na biologische grondontsmetting. Dit kwam omdat het ondergewerkte groene materiaal onkruidzaad bevatte. Daarmee kan biologische grondontsmetting ook een risico t.a.v. onkruid vormen.
EPrint Type: | Report |
---|---|
Keywords: | grondsterilisatie (nl), soil sterilization (en), verticillium (nl), verticillium (en), biologische landbouw (nl), organic farming (en), tagetes (nl), tagetes (en), compost (nl), composts (en), gewas onkruid concurrentie (nl), crop weed competition (en), 503-B Onkruidbestrijding (nl), 503-B Weed Control (en) |
Subjects: | "Organics" in general |
Research affiliation: | Netherlands > BioKennisBank |
Related Links: | https://edepot.wur.nl/119989 |
Project ID: | BKB |
Deposited By: | Blom, M |
ID Code: | 49541 |
Deposited On: | 12 Jun 2023 06:43 |
Last Modified: | 12 Jun 2023 06:43 |
Document Language: | Dutch/Nederlands |
Repository Staff Only: item control page