home    about    browse    search    latest    help 
Login | Create Account

Beheersing van bodemplaaginsecten via bodemgezondheidsmaatregelen : een overzicht van de beschikbare kennis voor een selectie van akkerbouwgewassen met hun bijbehorende bodemplaaginsecten

Rozen, K. Van; Huiting, H.F.; Allema, A.B.; Tol, R.W.H.M. Van and Postma, J. (2021) Beheersing van bodemplaaginsecten via bodemgezondheidsmaatregelen : een overzicht van de beschikbare kennis voor een selectie van akkerbouwgewassen met hun bijbehorende bodemplaaginsecten. Rapport / Stichting Wageningen Research, Wageningen Plant Research, Business unit Open Teelten WPR-1061.. Stichting Wageningen Research, Wageningen Plant Research, Business unit Open Teelten, Wageningen, NE.

Full text not available from this repository.

Document available online at: https://library.wur.nl/WebQuery/groenekennis/2301568


Summary

Dit rapport biedt een uitgebreid overzicht aan bodemgezondheidsmaatregelen tegen bodemplagen voor de acht belangrijkste akkerbouwgewassen in Nederland (aardappelen, cichorei, granen, kool- en raapzaad, peen, peulvruchten, suikerbiet en ui). Bodemplagen werden in het verleden bestreden door een bodem- of zaadbehandeling met insecticiden. Directe bestrijdingsmogelijkheden nemen echter af door het kleiner worden van het insecticidenpakket. De problematiek echter blijft; bodemplagen maken een wezenlijk onderdeel uit in de teelt van akkerbouwgewassen. Er is veel aandacht voor maatregelen die de bodemkwaliteit kunnen verbeteren en hiermee de plaagdruk en de schade mogelijk kunnen verlagen. In dit rapport is eerst een overzicht gegeven van de in de bodem voorkomende stadia van de bodemplagen, gevolgd door een aanzet tot het definiëren van een potentieel weerbare bodem. Generiek worden de bodemgezondheidsmaatregelen besproken, gevolgd door een korte blik op de bovengrondse fase (Hoofdstuk 1). In Hoofdstuk 2 zijn bestaande en potentieel beschikbare bodemgezondheidsmaatregelen per soort/groep bodemplaag aangeven, gevolgd door een samenvatting per plaag (Hoofdstuk 3), witte vlekken (Hoofdstuk 4) en de conclusies met een samenvattende tabel waarin de bodemgezondheidsmaatregelen per soort worden aangegeven, inclusief de status van de maatregel voor de specifieke soort (Hoofdstuk 5).In de huidige landbouwsystemen waarbij verstoring van de bodem in meer of mindere mate plaatsvindt, is de natuurlijke onderdrukking van bodemplagen door entomopathogene schimmels en nematoden zeer beperkt. De verstoring heeft ook effect op de in en op de bodem actieve natuurlijke vijanden, maar de impact op deze organismen wordt lager ingeschat. Het complex aan natuurlijke vijanden levert een bijdrage aan de beheersing van bodemplagen, aangezien eieren en larvale stadia van bodemplagen als voedsel dienen. Als deze bijdrage groot genoeg is kan gesproken worden over een ‘plaagwerende bodem’, die een basisniveau aan bescherming levert tegen schade door bodemplagen. In de bodem komen specifieke en generieke natuurlijke vijanden voor die parasiteren of prederen op bodemplagen, maar waar weinig van bekend is en waar hierdoor ook vrijwel geen aandacht aan wordt geschonken. Hier ligt een uitdaging om met beter bodembeheer (minder verstoring) een maximaal beheersingseffect uit deze ondersteunende organismen tegen bodemplagen te halen. Dit gaat wel gepaard met een goede kennis van de biologie van zowel de natuurlijke vijand als de bodemplaag, waarbij gekeken wordt hoe en wanneer het meest optimaal gebruik van een bodemgezondheidsregel gemaakt kan worden. Naast het gebruik van natuurlijke vijanden, zijn de afzonderlijke bodemgezondheidsmaatregelen meer of minder relevant voor de verschillende bodemplagen. Vruchtwisseling speelt vooral een rol bij met name de gras gerelateerde bodemplagen en vliegenplagen met een specifieke waardplant, maar een ruimere rotatie leidt in het algemeen vaak tot een minder snelle plaagontwikkeling in een willekeurig gewas. Organische stof staat toenemend in de belangstelling, maar we hebben onvoldoende in beeld wat de voor- en nadelen zijn als het gaat over de ontwikkeling en het stimuleren van natuurlijke én de bodemplagen zelf. Voor sommige bodemplagen blijkt het stimuleren van natuurlijke vijanden een perspectiefvolle maatregel, terwijl voor andere bodemplagen gericht ingrijpen meer perspectief biedt. Dit heeft veelal ook te maken waar de verschillende stadia van de bodemplagen zich in de bodem bevinden. Duidelijk is dat de literatuur vele potentieel aantrekkelijke alternatieven biedt, maar dat goed gekeken moet worden hoe deze maatregelen op een praktische en rendabele manier ingezet worden. Met de witte vlekken en de tabel over de status van de bodemgezondheidsmaatregelen op de afzonderlijke bodemplaagsoorten biedt dit rapport een handvat om duurzamere richtingen te verkennen. De oplossingsrichting zal per bodemplaag verschillen, waarbij bovendien de ene bodemplaag beter te beheersen is dan de ander. Daarnaast wordt aangegeven at de aanpak van bodempathogenen en bodemplagen beter op elkaar afgestemd kan worden.


Summary translation

This report provides a comprehensive overview of soil health measures against soil pests for the eightmain arable crops in the Netherlands (potatoes, chicory, cereals, rapeseed, carrots, legumes, sugarbeet and onion). Soil pests have been controlled in the past by soil- or seed treatment within secticides. However, direct control possibilities decrease due to the shrinking of the insecticide package. However, the problem remains; soil pests are an essential part of the cultivation of arablecrops. A lot of attention is paid to measures that can improve soil quality and thereby potentiallyreduce pest pressure and damage. This report first provides an overview of the soil stages of soil pests,followed by a start to defining a potential resilient soil. Generically, soil health measures are discussed,followed by a brief look at the above-ground phase (Chapter 1). Chapter 2 identifies existing and potentially available soil health measures by species/group of soil infestation, followed by a summary by pest (Chapter 3), white spots (Chapter 4) and the conclusions with a summary table indicating soil health measures by species, including the status of the measure for the specific species (Chapter 5). In today’s agricultural systems where soil disturbance occurs to a greater or lesser extent, the natural suppression of soil pests by entomopathogenic fungi and nematodes is very limited. The disturbance also has an effect on the natural enemies active in and on the soil, but the impact on these organisms is assessed lower. The complex to natural enemies contributes to the control of soil pests, since eggs and larval stages of soil pests serve as food. If this contribution is large enough, it can be talked about a ‘pest-resistant soil’, which provides a basic level of protection against damage from soil pests. In the soil there are specific and generic natural enemies that parasitize or preach on soil pests, but of which little is known and which is therefore hardly paid attention to. Here lies a challenge to get a maximum control effect from these supporting organisms against soil pests with better soilmanagement (less disturbance). This is accompanied by a good knowledge of the biology of both thenatural enemy and the soil pest, looking at how and when the most optimal use of a soil health measure can be made. In addition to the use of natural enemies, the individual soil health measures are more or less relevant to the different soil pests. Crop rotation plays a particular role in the grassy soil pests and fly pests with a specific host plant, but a wider rotation often leads to less rapid pestdevelopment in any crop. Organic matter is increasingly in the spotlight, but we do not have sufficient knowledge of the advantages and disadvantages when it comes to the development and stimulation of natural and soil pests themselves. For some soil pests, stimulating natural enemies appears to be a perspective measure, while for other soil pests targeted intervention offersmore perspective. This often also has to do with where the different stages of the soil pests are located in the soil. It is clearthat literature offers many potentially attractive alternatives, but that it is necessary to take a closelook at how these measures are used in a practical and cost-effective way. With the white spots andthe table on the status of soil health measures on the individual soil pest species, this report provides a guide to explore more sustainable directions. The solution direction will vary per soil pest, with one soil pest being more manageable than the other. In addition, it is indicated that the approach to soil pathogens and soil pests can be better coordinated.

EPrint Type:Report
Keywords:akkerbouw (nl), arable farming (en), bodembeheer (nl), soil management (en), aardappelen (nl), potatoes (en), cichorei (nl), chicory (en), graangewassen (nl), grain crops (en), koolzaad (nl), rape (en), raapzaad (nl), rapeseed (en), penen (nl), carrots (en), peulvruchten (nl), grain legumes (en), suikerbieten (nl), sugarbeet (en), uien (nl), onions (en), entomopathogene schimmels (nl), entomogenous fungi (en)
Subjects:"Organics" in general
Research affiliation: Netherlands > BioKennisBank
Related Links:https://edepot.wur.nl/538253
Project ID:BKB
Deposited By: Blom, M
ID Code:46428
Deposited On:12 Jun 2023 06:42
Last Modified:12 Jun 2023 06:42
Document Language:Dutch/Nederlands

Repository Staff Only: item control page